Citroen plant, voor in huis en de tuin
De citroen plant, officieel Citrus limon genaamd, is een kleine groenblijvende boom, afkomstig uit Zuid-Azië. We gebruiken citroenen op diverse manieren. Door het citroenzuur zijn ze niet echt eetbaar. We knijpen graag een citroen uit over een salade of vis. Dat is voor de smaak, maar citroenen bevatten ook veel vitamine C. Er zijn afwasmiddelen die citroensap bevatten. Dat geeft een frisse geur. We gebruiken ze ook als huismiddeltje voor diverse kwaaltjes. Mede voor de schil zijn er de nodige toepassingen.
Iets over de geschiedenis
De citroen kwam Europa binnen via Zuid-Italië. Dat gebeurde omstreeks de tweede eeuw n. Chr. Ze werden daar echter weinig verbouwd. Circa 700 n. Chr. werd de citroen ingevoerd in Perzië, en later in Egypte en Irak. Tussen het jaar 1000 en 1150 ondervond de citroen een brede verspreiding in het mediterrane gebied en Arabië. De eerste uitgebreide citroenenteelt in Europa begon medio vijftiende eeuw in Genua. Columbus nam citroenzaden mee naar het Amerikaanse continent en de citroen verspreidde zich toen daar. Gedurende de negentiende eeuw verschenen citroenplanten steeds vaker in Californië en Florida.
Citroen plant voor thuis
De citroen plant kan niet tegen vorst en kan dus in de winter niet buiten staan. De minimum temperatuur is rond de 7 ºC. In de Nederlandse zomer kan de citroenplant heel goed buiten staan. De voortbrenging van vruchten hangt nauw samen met de omstandigheden en de groeiperiode kan tussen enkele maanden tot een jaar liggen. In ons klimaat krijgt de plant in mei wit/roze bloemen. Daarna komen de vruchten. Voor de kleur van de vruchten spelen ras en hoeveelheid zonlicht een rol. In de schaduw kunnen de vruchten groen blijven. De citroen plant hoeft niet veel te worden gesnoeid. Een keer per jaar de lange uitlopers wegknippen. De citroen heeft zonlicht nodig en dient daarom minimaal in de halfschaduw te staan. De grond mag niet erg vochtig zijn.